Als ik anderen vertel over mijn stage bij SOON vragen ze vaak om een definitie van sociaal ondernemen. Dan begin ik altijd maar te praten. Het is misschien wel kort in één of twee zinnen samen te vatten, maar in welke dan? Stichting Sociaal Ondernemerschap geeft bijvoorbeeld de volgende definitie:

‘Een sociaal ondernemer pakt een maatschappelijk probleem op bedrijfsmatige manier aan en brengt daarmee op grote schaal een maatschappelijke verandering teweeg. Daarbij staat de maatschappelijke winst op de eerste plaats, de financiële winst is noodzakelijk om te blijven bestaan’.

Als ik er aan terugdenk, heb ik nog nooit op deze manier sociaal ondernemen aan iemand uitgelegd. Iedere keer vertel ik weer een ander verhaal met een voorbeeld van sociaal ondernemerschap waar ik op dat moment net over heb gehoord en nog vol van zit. Graag wil ik nu jullie kennis over sociaal ondernemerschap testen met de volgende quizvraag:

Welke van de volgende organisaties is een sociaal onderneming?

A. Schoenenfabriek
B. Buurthuis
C. Fietsenmaker
D. Koekjesfabriek

Gefeliciteerd! Je hebt het juiste antwoord gegeven, je bent sociaal ondernemer expert!

Ik heb in het afgelopen halfjaar uitgevonden dat alle vier deze organisaties een sociale onderneming zijn. Allemaal op hun eigen manier.
Een schoenenfabriek? Jazeker, een schoenenfabriek kan ook een sociale onderneming zijn als deze mensen in dienst neemt die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt en zo toch de kans krijgen om te werken. Een buurthuis kan een sociale onderneming zijn als het zich zo organiseert dat met de maatschappelijke buurtactiviteiten geld wordt verdiend, waardoor het buurthuis zelfvoorzienend is. ‘What The Fiets’ op de Uithof is een non-profit fietsenmaker die studenten tegen een kleine vergoeding materialen en advies aanbiedt over hoe ze hun fiets moeten maken.

Dat optie D een sociale onderneming kan zijn heeft mij persoonlijk het meest verbaasd. Ik dacht: Hoe kan een fabrikant nou sociaal zijn, terwijl deze een ongezond product maakt? Het tegendeel leerde ik tijdens een lezing van Leen Zevenbergen. Hij vond zichzelf een sociaal ondernemer, omdat in een door hem opgerichte koekjesfabriek iedereen inspraak heeft. Dit heeft er toe geleid dat er gezamenlijk in de organisatie is besloten dat een verlieslijdende vestiging niet is gesloten, maar open bleef. Aandeelhouders namen genoegen met een iets lager winstpercentage, terwijl er werkgelegenheid in de regio bleef. Absoluut sociaal ondernemen!

Na een half jaar bij SOON kan ik je dus nog steeds geen goede definitie geven. Maar dat kenmerkt sociaal ondernemerschap nu juist voor mij. Daarvoor zijn sociaal ondernemers te creatief en daarmee te divers. Dé sociale ondernemer bestaat niet, maar na een half jaar SOON vind ik mezelf toch een klein beetje sociaal ondernemer expert.

– Sarah