De  herziening van ontwikkelingssamenwerking die het kabinet heeft ingezet, is inmiddels in volle gang: er gaat een totaal van 1 miljard euro bezuinigd worden. Of deze bezuinigingen echt noodzakelijk zijn staat wat mij betreft nog ter discussie. Dát er veranderingen moeten plaatsvinden, is duidelijk. Met mijn project bij SOON zitten we midden in deze transitiefase bij Cordaid, de grootste ontwikkelingsorganisatie van Nederland. Wat mij opvalt is dat om uiteindelijk op een vernieuwende manier hulp te kunnen bieden in ontwikkelingslanden er niet alleen iets moet veranderen binnen de ontwikkelingsorganisaties, maar vooral in de denkwijze van iedereen die met deze sector te maken heeft. Verwachtingen moeten worden aangepast en patronen doorbroken.

Welke kant willen we eigenlijk op? 

De wereld verandert in razendsnel tempo: traditionele ontwikkelingssamenwerking heeft voor steeds meer landen zijn langste tijd gehad. Er worden  nu stappen gezet om van een afhankelijkheidsrelatie naar wederzijds profijtelijke economische betrekkingen te gaan. Groei van de economie in het ontwikkelingsland staat centraal. Als de landen kunnen komen tot een niveau dat ze ‘ons’ niet meer nodig hebben, dan is het belangrijk om hier een netwerk van economische verbindingen aan over te houden. Uiteindelijk is de energie die je daarin hebt gestopt weer brandstof  voor onze eigen economie.

De inzet op economische ontwikkeling en zelfredzaamheid betekent ook dat vaker wordt samengewerkt met bedrijven en dat er meer aandacht is voor het versterken van het ondernemingsklimaat in ontwikkelingslanden. En zoals wel vaker gebeurd wanneer je van weersomstandigheden wisselt; het is even wennen. Niet alleen voor de ontwikkelingsorganisaties zelf maar iedere partij die betrokken is in deze nieuwe samenwerkingsverbanden moet nog wennen aan dit nieuwe klimaat en zijn of haar rol hierin.  Voor ontwikkelingsorganisaties betekent dit dat ze hun kwaliteiten zoals hun netwerk en kennis moeten gaan inzetten. Deze kwaliteiten zijn erg interessant voor bedrijven die markt zien in de ontwikkelingslanden. Wanneer deze ontwikkelingsorganisaties dit met overtuiging doen  zullen langzaam de andere partijen, zoals bedrijven, ook een andere positie in nemen. Op deze manier zullen de ontwikkelingsorganisaties als Cordaid dus nog steeds hulp bieden in ontwikkelingslanden, maar in een vernieuwde dynamiek.

Zo’n grote verandering in denkwijze bij zoveel verschillende partijen kan helaas niet van de ene op de andere dag als je de kwaliteit wilt behouden.  Maar ondanks dat vele niet in klimaatverandering geloven, zie ik in mijn project duidelijk de eerste ijsschotsen afbreken en beginnen alle partijen langzaam hun nieuwe rol aan te nemen!

– Anne